Een mooie bergwandeling op hoogte, boven de boomgrens, naar een paar stille bergmeren. Je moet wel ‘trittsicher’ zijn omdat delen van de weg bezaaid liggen met rotsblokken. Sommige (korte) stukken zijn met een staalkabel extra beveiligd. De wandeling is echter nergens gevaarlijk of echt moeilijk.
De wandeling gaat naar de Neualplseen. Toch moet je, als je uit de stoeltjeslift komt, niet de wegwijzers volgen die je daar naartoe brengen. Het loont namelijk de moeite om eerst het bergtopje rechts van je op te lopen, een omweg van een kleine 10 minuten. Deze top is de Steinermandl (2221 meter), waarop - zoals de naam al aangeeft - verschillende Steiner- mandl (= stenen mannetjes) zijn gebouwd. Sommige ervan zijn wel twee meter hoog. Overigens zul je deze steenhoopjes, die als wegwijzer dienen, nog veel vaker op deze wandeling tegenkomen. En er is niets op tegen om zelf ook (letterlijk) een steentje bij te dragen.
Het is de bedoeling dat we langs de noordroute naar de bergmeren toelopen en via de zuidkant terugkomen. Vanaf Steinermandl volg je dan ook de rood-wit gemarkeerde route, dwars door de grasvelden omhoog. Op een gegeven moment wordt het pad vanzelf smaller. Je moet dan even opletten dat je de markeringen goed volgt; dat eenmaal gedaan kun je eigenlijk niet meer verkeerd lopen.
Vlak voor de Schoberköpfl (2281 meter) voert het pad naar links en loop je langs de zuidkant van deze top langs (Pas op: als je niet goed op de markeringen let, passeer je de Schoberköpfl aan de noordkant). De volgende top, die je passeert is de Goiselemandl (2433 meter hoog). Op de terugweg komen we hem weer tegen, maar nu lopen we er aan de noordkant omheen. Als het pad naar links afbuigt, zie je dat je ongeveer 40 trappen naar beneden moet; je daalt dan een stukje af naar een ‘Blockkar’: iets wat je het beste kunt omschrijven als een woestijn van stenen: overal liggen rotsblokken, groot en klein. Het pad is nu ruiger dan in het begin; soms loop je over grote steenplaten van enkele vierkante meters groot. Na wat lichte klimmetjes en soms wat aflopen kom je op een punt waar je rechts diep het dal in kunt kijken. Nu ben je nog maar enkele meters verwijderd van het doel van deze wandeling: de Neualplseen.
De Neualplseen bestaan uit verschillende bergmeertjes, die met elkaar verbonden zijn. De meertjes, die vol zitten met vis, worden van elkaar gescheiden door heuveltjes, wat het gemakkelijk maakt om een idyllisch plekje te vinden om even uit te rusten. Je kunt tussen de meertjes door lopen, maar er ook om heen lopen. In eén van de twee grootste meren ligt zelfs een eilandje.
Voor de terugweg zoek je weer de rood-witte markering op, nu aan de zuidzijde. Je volgt gedurende korte tijd de wegwijzers naar de Schleinitz, een bergtop van ruim 2900 meter hoogte. Maar al snel splitst het pad zich en kies je voor de richting Zettersfeld. Je zult merken, dat een groot gedeelte van de terugweg ruiger is dan de heenweg aan de noordzijde. Maar dat maakt de wandeling juist interessanter. Het is ook op dit deel, dat je de stukken passeert, die met staalkabels zijn beveiligd.
Onderweg heb je voortdurend zicht op het pad, dat je op de heenweg hebt gelopen. Dat pad ligt een kleine honderd meter lager dan de weg die je nu bewandelt.
Je loopt vervolgens over de zuidhelling van de Neualplschneid (2397 meter) en komt dan opnieuw langs de Goiselemandl, maar nu aan de andere kant. Voor de liefhebber bestaat de mogelijkheid om deze top, die voorzien is van een ‘Gipfelkreuz’, vanaf de zuidkant op te lopen. Het is een klimmetje van zo’n 80 meter hoog.
Vanaf hier is het nog een wandeling van een anderhalve kilometer over rotspaden tot je bij de stoeltjeslift van Steinermandl terugbent.
16 september 2011
Kaart copyright OpenStreetMap CC-BY-SA