| Home | | Kaartmateriaal | | GPS | | FAQ | | Links | | Zoeken | | Updates | | Sitemap |
© 2010, 2022 WandelPas
Mercatorprojectie
Op het moment, dat we erachter kwamen dat de aarde een bolvorm heeft, ontstond er een probleem voor de kaartenmakers. Want hoe maak je immers een platte, tweedimensionale kaart van een driedimensionaal voorwerp, waarbij de onderlinge afstanden tussen plaatsen op die kaart en de hoeken tussen verbindingslijnen overeenstemt met de werkelijkheid (op de bol)? Eeuwen geleden hebben wiskundigen zich daar het hoofd over gebroken. Een van die wetenschappers was Gerardus Mercator, die in 1569 de naar hem genoemde Mercator-projectie introduceerde.
Mercator plaatste een denkbeeldige cilinder om de aarde heen (zie de figuur links). Vervolgens projecteerde hij de aarde, de kustlijnen, de meridianen en breedtecirkels op deze cilinder.
Toen hij deze cilinder uitrolde, had hij een platte afbeelding van de aarde.




Bij de Mercator-projectie valt een aantal dingen op:
De lengte- en breedtecirkels staan loodrecht op elkaar. Dit is in werkelijkheid ook het geval. Daarmee zijn alle hoeken op de kaart natuurgetrouw.
De projectie is niet geschikt voor het nauwkeurig weergeven van de poolgebieden; de projectieafwijkingen zijn daarvoor te groot.
De landen rond de evenaar worden op de kaart verhoudingsgewijs kleiner weergegeven, dan de gebieden die verder naar het noorden of zuiden liggen. Dat is een rechtstreeks gevolg van de oppervlaktekromming van de bol.
Bijvoorbeeld: de werkelijke oppervlakte (in km2) van Afrika is in werkelijkheid meer dan 15 keer zo groot als die van Groenland. Toch lijken ze op de kaart ongeveer even groot.
Om de Mercator-projectie in de praktijk te kunnen gebruiken, is er een rasterpatroon (een grid) ontwikkeld, waarmee positie en onderlinge afstand kunnen worden vastgesteld. Dit grid wordt aangeduid met de afkorting UTM, wat staat voor Universal Transverse Mercator.

Dit raster bestaat uit een aantal rechthoekige stroken, die van west naar oost zijn voorzien van een oplopend nummer en van zuid naar noord van een oplopende letteraanduiding. Een groot deel van Nederland ligt in het segment 31U, terwijl Zwitserland terug te vinden is in 32T (dus zuidelijker en oostelijker); zie de kaart hiernaast.

Deze aanduidingen (32T, 31U) zie je vaak terug op wandelkaarten. Soms wordt ook alleen maar de cijfercode (31, 32, enz.) gebruikt.